Auto van de zaak en bijtelling tijdens vakantie

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Tijdens de vakantieperiode kan een werkgever een ‘vakantieauto’ ter beschikking stellen aan haar werknemers. Of de werknemer kan er voor kiezen de auto van de zaak gedurende deze periode in te leveren.

De gevolgen van bijtelling hangen af van de situatie. Hieronder een drietal situaties:

Vervangend voertuig in de vakantieperiode

Als de werknemer een auto van de zaak heeft en tijdens de vakantieperiode een andere auto ter beschikking krijgt, dient er bijgeteld te worden als er in totaal meer dan 500 privékilometers in een kalenderjaar wordt gereden.

De bijtelling geldt voor beide auto’s gedurende de tijd dat deze aan de werknemer ter beschikking staan. Het privégebruik van elke auto wordt berekend naar verhouding van de periode waarin de auto’s beschikbaar waren

Alleen tijdens de vakantie beschikbaar

Indien de werkgever de werknemer enkel tijdens de vakantieperiode een auto ter beschikking stelt, dienen de gereden privékilometers geëxtrapoleerd te worden naar een heel kalenderjaar. Als dit aantal meer dan 500 kilometer bedraagt, moet de bijtelling naar rato worden berekend.

Sleutels inleveren tijdens de vakantie

Een werknemer rijdt meer dan 500 kilometer privé met de auto van de zaak. Tijdens een vakantieperiode van een maand levert hij de autosleutels in. Geldt dan nog steeds de bijtelling voor deze maand?

In dit geval moet je bepalen of de auto tijdens de vakantie nog steeds ter beschikking staat van de werknemer.

Zie ook de Handreiking privégebruik auto op Belastingdienst.nl of paragraaf 23.3 Reizen met een personenauto van de zaak in het Handboek Loonheffingen.