Zakelijke afspraken maken bij lenen van of aan de BV

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Menig dga heeft een rekening courantverhouding met zijn B.V., waarbij er kleine bedragen over en weer gaan. Bij grotere bedragen zal er meestal sprake zijn van een lening. Dat kan van belang zijn als het mis gaat met de BV. Hoe zit dat?

Rekening courant: Bij een rekening courantverhouding met uw BV worden er kleine bedragen over en weer voorgeschoten en daarna verrekend. Bij bedragen tot € 17.500 hoeft er daarbij van de Belastingdienst geen rente betaald te worden. Gaat het om grotere bedragen, dan moet er dus wel rente betaald worden, omdat daarmee ook het zakelijke karakter van de rekening-courantlening kan worden vastgesteld.

Geldlening: Het kan ook zijn dat er voor langere tijd een groter geldbedrag wordt uitgeleend aan de BV door de dga of omgekeerd. De bedoeling daarvan is dat het geleende bedrag binnen een bepaalde tijd wordt afgelost en dat er rente wordt betaald over het geleende geld. 
Let op: Als de geldlener niet verplicht is om af te lossen of geen rente hoeft te betalen over het geleende bedrag, kan de lening een onzakelijk karakter krijgen. Dat kan problemen geven als het misgaat met de BV.

Eisen aan de leningsovereenkomst

Vorm van kredietovereenkomst
Een lening is in juridische zin een kredietovereenkomst waarbij de gelduitlener zich verplicht een bepaald bedrag aan de geldlener te verstrekken, die zich op zijn beurt verplicht om dit bedrag terug te betalen. Over deze lening moet rente worden betaald. Als bij de lening niet is afgesproken hoe hoog de rente is, dan is deze gelijk aan de handelsrente. Deze laatste rente is dus hoger dan de wettelijke rente.

Mondelinge leningsovereenkomst
Aan de overeenkomst van geldlening stelt de wet geen vormvereisten. Het verstrekken van een lening kan dus ook berusten op een mondelinge afspraak tussen de partijen die de leningsovereenkomst sluiten. 
Let op.  Als deze echter wordt gesloten tussen de BV en de dga, dan ontstaan er sowieso bewijsproblemen, want welke afspraken heeft de dga dan met zijn BV gemaakt over de looptijd van de lening, de aflossingstermijnen en de rente? De enige die dat in feite kan bewijzen, is de dga zelf en dat is dus vragen om (bewijs)problemen.

Schriftelijke leningsovereenkomst

Wettelijk verplicht. Om de hiervoor genoemde redenen, maar ook omdat dit wettelijk vereist is bij rechtshandelingen tussen de BV en haar dga, moet een leningsovereenkomst altijd schriftelijk worden vastgelegd. Daarin moeten dus de afspraken op een zakelijke basis worden vastgelegd. Deze overeenkomst zou dus niet moeten verschillen met de overeenkomst van geldlening die met een derde wordt gesloten. De wettelijke eis van een schriftelijke overeenkomst is gesteld, omdat er anders een benadeling van andere schuldeisers op de loer ligt als het onverhoopt misgaat met de BV.

Zakelijke voorwaarden: Om het zakelijke karakter van een lening te benadrukken, moeten er in de schriftelijke leningsovereenkomst onder meer de volgende afspraken zijn vastgelegd:

  • Wat is het bedrag van de geldlening?
  • Wanneer moet de lening zijn afgelost?
  • Hoe hoog zijn de aflossingstermijnen en over welk tijdvak moet er een aflossingstermijn plaatsvinden?
  • Welke zekerheid wordt er aan de geldlening verbonden?
  • Welk (zakelijk bepaald) rentepercentage moet er worden betaald?

Debiteurenrisico voor de BV

Lening aan de dga. Verder is van belang dat als de dga geld leent van de BV, de BV ondanks deze lening aan haar eigen verplichtingen kan blijven voldoen. Ook zou de lening door een derde partij tegen vergelijkbare voorwaarden verstrekt moeten kunnen worden.

Onzakelijke lening Lijdt het verstrekken van een lening door de BV aan de dga tot een onaanvaardbaar hoog debiteurenrisico voor de BV, dan wordt al gauw geconcludeerd dat dit een onzakelijke lening is. Fiscale afwaardering van de lening is dan bijv. niet toegestaan, maar ook zal de curator bij een onverhoopt faillissement nadrukkelijk aandacht aan de lening besteden, om te kijken of hij de dga kan aanspreken uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid.

Toestemming echtgenoot/partner?

Lening aan de B.V. Leent de dga geld aan de BV voor de normale bedrijfsuitoefening door de BV, dan heeft de dga hiervoor in beginsel toestemming nodig van zijn echtgenoot als er in gemeenschap van goederen getrouwd is of bij een geregistreerd partnerschap. Dit speelt bijv. bij het verschaffen van zekerheid via een hypotheek op de echtelijke woning. Bij huwelijkse voorwaarden kan dit overigens anders liggen en hangt het af van de inhoud van de huwelijkse voorwaarden.

Nietigheid geldlening door B.V.

De BV kan de nietigheid van een geldlening inroepen als de lening met de dga niet schriftelijk is vastgelegd. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang de dga aan het roer staat. Maar dat verandert wanneer dat niet het geval is, bijv. als de BV failliet gaat.